Deze lesplannen zijn bedoeld als inspiratie voor het werken met Drents en/of Duits in de les. Er zijn lesplannen met verschillende doelstellingen en voor verschillende doelgroepen. Voor sommige lessen heeft de leerkracht (basis)taalvaardigheid in het Drents of Duits nodig, maar voor veel lessen is dit niet noodzakelijk.
In deze opdracht maken de leerlingen kennis met de dagen van de week in het Drents. De leerlingen kijken naar verschillen en overeenkomsten tussen het Drents en het Nederlands.
In deze opdracht maken de leerlingen zelf een prentenboek in het Drents, waarvoor ze moeten samenwerken en hun Drentse taalvaardigheid moeten gebruiken.
In deze opdracht vertalen leerlingen een gedicht van het Drents naar het Nederlands, waardoor zij hun taalvaardigheid in het Drents vergroten en zich meer bewust worden van de overeenkomsten en verschillen tussen de twee talen.
Tijdens deze opdracht maken leerlingen posters met veelgebruikte woorden en zinnen in de klas in het Drents, waardoor zij hun Drentse woordenschat en taalbewustzijn vergroten.
In deze activiteit vertalen leerlingen een recept van een Drents gerecht naar het Drents. Zij ontwikkelen hierdoor hun taalvaardigheid in het Drents en zijn bezig met een onderdeel van de Drentse cultuur.
De leerlingen knutselen een eigen vuurwerkpijl en samen gaan jullie knieperties maken. Hierbij maken de leerlingen spelenderwijs kennis met het Drents.
De leerlingen helpen Sinterklaas in het Drents om te tellen hoeveel pepernoten er van hem gestolen worden en proberen erachter te komen wie de dief is!
De leerlingen komen in aanraking met het Drents door het zingen van een Drents Sint-Maartenliedje en het spelen van een kleurenbingo in het Drents, en maken zelf een lampion voor Sint-Maarten.
In deze opdracht raden leerlingen woorden in verschillende talen aan de hand van hints. Zij leren overeenkomsten tussen woorden in het Nederlands en Drents en eventuele andere talen te herkennen.
De leerlingen leren het liedje ‘Hoofd, schouders, knie en teen’ in verschillende talen. Na het liedje worden de verschillende lichaamsdelen in de verschillende talen besproken en vergeleken.
In deze opdracht maken de leerlingen kennis met Duitse woorden binnen het thema kerst en vergelijken ze de Nederlandse en Duitse kerstvieringen met elkaar.
Leerlingen testen hun Duitse woordenschat door het spel Stadt-Land-Fluss, waarbij zij voor meerdere categorieën woorden moeten vinden die met dezelfde letter beginnen.
In deze activiteit leren leerlingen woorden ontdekken die hetzelfde zijn qua vorm en betekenis (cognaten) in vier talen: Duits, Fries, Nederlands en Engels.